Er zijn mensen die van hem gruwen, en dan vooral van zijn manier van zingen. Velen vinden zijn podiumpresentatie maar niks, zo’n mannetje dat nauwelijks een woord spreekt tussen de nummers – en stoïcijns een akoestische gitaar of keyboard bespeelt; ondertussen voor zich uit murmelend.
Voor anderen is hij een held, een legende, ‘de man die popmuziek hersens heeft gegeven’ (een uitspraak van John Lennon), een eeuwigdurende inspiratiebron, een muzikaal voorbeeld.
Ik reken mijzelf tot de tweede categorie. Vanaf het moment dat ik zijn stem voor het eerst hoorde (midden jaren zestig) – via radio of grammofoon – was ik geïntrigeerd.
door Paul Lips
Het lied dat we in die sixties-periode (dat zal rond 1965 geweest zijn, ik was 7 jaar oud) het vaakst hoorden was natuurlijk de all-time classic ‘Blowin’ In The Wind‘. Maar mijn twee zwagers uit die periode ontpopten zich in no-time tot Dylan-adepten. Zodoende leerde ik van alles over de man en zijn enorme muzikale palet. En over het belang van teksten. Mijn fascinatie is blijvend gebleken.
Door een buitenkansje belandde ik woensdagavond met oudere zus Marijke in Schuur, waar de film ‘A Complete Unknown‘ vertoond ging worden. Natuurlijk moet je dan niet de pech hebben aan je andere zijde een dame naast je krijgt die elke tekst woord voor woord mee gaat zingen en de scènes nét iets te hard voor haar meegebrachte vriendin begint te becommentariëren. Niet de discussie aangaan en verstand op nul, is de remedie. Genieten.
Ho. Momentje. Eerst is er nog een ‘inleiding’ door popjournalist Gijsbert Kamer (Volkskrant). Eens te meer blijkt dat niet iedere schrijver ook een goede spreker is. En dat terwijl uitgerekend collega-journalist John Schoorl in de zaal zit, die zo’n klusje gloedvol had kunnen klaren. Sorry Gijsbert, maar het is natuurlijk not-done om de laatste scène te verklappen in je betoog.
Dit moet geen filmrecensie zijn. Want met elk woord dat ik schrijf over deze film dreig ik al teveel te verklappen. Over hoe dat tijdsbeeld ingenieus wordt neergezet: het Greenwich Village van begin jaren zestig, met talloze koffiehuizen en folkclubs waar muziekliefhebbers gezelschap kregen van wakkere talentscouts. Over hoe die plattelandsjongen-met-dat-petje zich in no-time ontwikkelt tot ‘de stem van zijn generatie’ maar dat dan toch weer niet wil zijn. Over hoe hij lastige vragen beantwoordt met een filosofisch-getinte wedervraag. Over hoe de elektrische gitaar zijn opwachting maakt en het zich steeds hipper kledende heerschap bijkans de complete folk-scene (inclusief Pete Seeger en Alan Lomax) op het Newport Folk Festival de gordijnen in weet te jagen. Over zijn liefje Suze (in de film Sylvie geheten) en de artistieke samenwerking met collega-folkzanger Joan Baez. Over de ontmoeting met de dan al in het ziekenhuis verblijvende Woody Guthrie, het lichtend voorbeeld. Over de fameuze motor die de aan de weg timmerende artiest aanschaft. Over de leiband van de roem. De obsessie van het schrijven van liedjes, vaak in het holst van de nacht. Over het zetten van stappen en een mysterie blijven. Over het verkennen van muzikale grenzen; deuren van heilige huisjes intrappen – en het behoud van artistieke vrijheid.
Een advies aan u die ‘A Complete Unknown‘ vast en zeker gaat bezoeken: ga niet met uw rode potlood door de film heen zitten pietepeuteren om ons te wijzen op de artistieke vrijheden die de makers zich hebben aangemeten en wat er allemaal niet letterlijk klopt.
Laat u meeslepen in verbeelding. In de beeldschone acteerprestaties. In de liefde voor muziek.
Het was zo ontroerend om Dylan zo jong te zien. Ik draag de man al heel m’n leven bij me. De openingsscène waarin hij z’n loflied op Woody Guthrie zingt aan het ziekbed van Woody, zet natuurlijk de toon: het sentiment en de weemoed naar voorbije tijden toen de wereld nog aan je voeten lag… Maar ik voel me bevoorrecht mijn leven met hem te mogen delen. Niet alleen zijn muzikale zoektocht, maar ook zijn strijd om niet in een hokje geplaatst te worden: I’m not there, a complete unknown.
In korte fragmenten
het gezicht gezien,
de stem gehoord
en dacht
Ojee
het lijkt wel,
maar hoe veel
of weinig ook
zijn gezicht
en zijn stem
in al hun verschillende gedaanten
al 65 jaar
als een tatoeage
in mijn huid
als een tape
In mijn hoofd
dat wis je nooit meer uit
Maar ik lees je torie
en ik herinner me
hoe prachtig je Dylan zong
voor je oudste zus
jouw stem
en jouw gitaar
Dus waarom zou
de gast die Dylan speelt
en zingt
mij ook niet ontroeren
of laten lachen.
Dont follow leaders
en zeker geen recencenten
maar ik ga ‘m zien
en laat het je weten
GrG