Jan Heijer is dood. Het nieuws kwam toch nog plotseling, dinsdag 11 mei, terwijl menigeen er al rekening mee hield. De bijzondere beeldend kunstenaar werd min of meer als een Haarlemmer beschouwd, terwijl hij in Halfweg woonde. Heijer was veelzijdig, scherp, enigszins rebels en vooral geestig. Héél geestig. Voor Spaarnestroom waren we verschillende keren te gast in het Jan & Piet Museum en in tentoonstellingsruimte Het Postkantoor.
door Remco van der Kruis en Paul Lips
De naam Jan Heijer lijkt vastgeklonken aan de stad Haarlem, waar je kennis kon nemen van tal van Heijers creatieve uitspattingen. Decors voor toneelgroep Het Volk, ruimtelijke objecten voor de Vijfhoekkunstroute, beelden voor het Wijngaard Collectief in de Wijngaardtuin, enorme objecten voor het jaarlijkse Houtfestival in de Haarlemmerhout, Jan Heijer leek zijn hand er niet voor om te draaien. Ogenschijnlijk, want al die kunstwerken waren het resultaat van hard en geconcentreerd werken. Vaak met hout. Heijer kon een reuzendamespump in elkaar timmeren, die hij vervolgens roze schilderde. Of zulke objecten verkochten kon je je afvragen. Maar meestal was er dan wel een of ander ambachtelijk kastje in opdracht te maken voor iemand, zodat er toch nog wat geld in het laatje rolde.
Jan Heijer was vooral ook een kunstenaar die je op een prettige manier wist te ontregelen. De kunststroming DaDa was niet aan hem voorbijgegaan, ook al vond deze aan het begin van de vorige eeuw plaats. Van de verwarrende personages die hij speelde tijdens straattheatervoorstellingen van Les Pleemetz en Badmutz tot aan de hilarische veilingmeester van het legendarische Jan en Piet Museum in de Dijkstraat. Dat Jan en Piet Museum was trouwens een soort natuurverschijnsel van ongekende creativiteit: oneindig viel daar te dwalen door ruimtes met schilderijen, beelden, objecten, assemblages en wat al niet meer.
Legendarisch is het torenhoge, pikzwarte ‘zoute schuintje’ drop waar je bijkans aan zou willen likken. Naast al die kunst kon je dan ook oude voorwerpen ontwaren waar Jan een voorliefde voor had: beschuitbus, speelgoed-tramwagon, keulse pot, koffiemolen, allerhande bordjes met aanwijzingen enz enz. Een soort ontplofte villa Kakelbont waar veel mogelijk was voor kunstenaars en muzikanten, en waar de gastheren ons duidelijk leken te willen maken dat we ons niets hoeven te verbeelden, dat we slechts stervelingen zijn op weg naar het einde. Jan’s rake oneliners konden jou even op je plaats zetten, maar waren nooit sarcastisch, meer geestig-vilein. En als hij even de tijd had kon hij prachtig vertellen, glimlachend om gemeentelijke gemiste kansen. Met creatieve vrienden als Piet Zwaanswijk, Gerrit van Dijk, Angela Bogaard of de mannen van Het Volk liet hij zien hoe je de stad leuker, creatiever en mooier kon maken. Plannen werden gesmeed tijdens maandagochtend-ouwelullen-koffierondes op de Botermarkt, vaste prik.
Op de foto die vandaag op social media verscheen – een van de laatste foto’s – zien we Jan bij zijn huis op zijn onafscheidelijke klompen. Een tikje vorsend, turend richting de fotograaf, Ron de Gruyl. Turend ook richting de oneindigheid. Onder zijn arm het speelgoed-tramwagonnetje. Om hem heen hout, veel hout. Op de trottoirtegels de schaduwpartij, de schaduw die in zijn leven aanwezig was, zijn verdrietige kant die je niet aan de oppervlakte kon zien.
Jan Heijer heeft de stad Haarlem mooier gemaakt.
Hij laat een prachtig oeuvre na, en talloze fijne herinneringen.
Een creatieve en vooral vrije geest die de stad gaat missen.
Dag Jan.
Geachte redactie,
De eerste keer dat ik zocht naar info over de dood van Jan Heijer trof ik bovenstaand artikel aan met een laatste foto van hem voor zijn huisje in Halfweg.
Klopt toch? Die foto zou ik graag zog eens zien c.q. ontvangen….is dat mogelijk?
Heeft u die foto ooit ontvangen R. Hoogendoorn?