Henk-Claire Loeffen is beeldend kunstenaar te Heemstede. Hij is aangesloten bij kunstenaarsvereniging Kunst Zij Ons Doel, en te vinden op manifestaties als de Kunstlijn en de Heemsteedse Kunstbeurs. Loeffen maakt schilderijen, grafiek en collages. Hij laat zich inspireren door reizen, met exotische facetten als cultuur, kleur, religie en muziek.
Loeffen is een van de degenen die te zien is op de tentoonstelling ‘Heemsteedse kunstenaars in beeld’, een dubbeltentoonstelling met foto’s van Inger Loopstra en telkens één werk van een kunstenaar. De expositie is van 13 april tot en met 27 mei te zien in het gemeentehuis van Heemstede aan het Raadhuisplein. Van Henk-Claire Loeffen hangt daar het doek ‘Libellejacht’.
,,Tijdens de Heemsteedse Kunstbeurs heb ik vier van de zeven werken verkocht. Dat beschouw ik als uitzonderlijk. Ik ging er van uit dat ik er eentje zou verkopen, daar zou ik al blij mee zijn geweest. Een van de werken die ik heb verkocht is getiteld ‘Terug naar de kust’, een werk met brutale kleurvlakken, met hier en daar geplakt Nepalees handgeschept papier. Dat geeft van die fijne pluisjes aan de zijkant als je dat scheurt. Je kunt er een boom mee suggereren.’’
,,Het verkochte werk is aan een stel dat al jaren iets zocht voor boven de bank. Ze vielen op dit werk. Ik heb gezegd, neem het mee, ga eerst eens kijken. Bij daglicht, kunstlicht en fel zonlicht. Als het daarna nog steeds bevalt schaf je het aan. Dat is inmiddels gebeurd. Ik was wel vereerd dat een werk van me in de huiskamer van dat stel mag hangen. Ook al doe ik er toch met moeite afstand van. Het zijn toch een beetje kinderen van je hè.
Ik onderteken mijn werk met ‘Claire’, dat is de naam van mijn knappe peettante. Dat klinkt mooier en mysterieuzer dan ‘Henk’. Voluit heet ik Hendrik Frederik Claire.’’
,,Ik heb heel veel gereisd in mijn leven. Daar doe ik vaak inspiratie op. De graffiti die je ziet op zo’n schilderij als ‘Fritzy’ kwam ik tegen in een havengebied in het Franse La Rochelle.
Ik ben twee jaar werkzaam geweest als exportmanager voor het Amsterdams Handelshuis. Noem het maar ‘marskramer’. Ik reisde naar gebieden als het Midden-Oosten en Noord-Oost Afrika. Dat was voor mij het vrije leven. Ik verkocht alles wat los en vast zat. Schilderslinnen, schoeisel, imitatiejuwelen, postpapier, positiekleding, of het hoerigste ondergoed dat ik maar kon vinden. Vooral in het Midden-Oosten hadden ze daar interesse in. Vaak ging ik met monsters in m’n koffer op pad en deed dan zaken.
Dat ging heel goed, zodat ik later in staat werd gesteld om in de Caraïben aan de slag te gaan. Dat was een nog groter feest, omdat daar gedanst werd en gedronken. De rum kwam aan het begin van de middag al op tafel.’’
,,Begin jaren zestig raakte ik werkzaam bij De Bijenkorf in Amsterdam. Ik deed in gordijnen en tapijten en reisde naar India en Azië. Ik tekende toen al, ik was een echte creatief. Brainstormen met ontwerper Benno Premsela was een feest. We zaten midden in de hippietijd. Op steenworp afstand sliepen de roemruchte Damslapers onder het monument. Ik vond dat we iets met die hippies moesten. We hebben een aantal van die meiden als verkoopster gerekruteerd voor de verkoopactie ‘The upperground’, waar allerlei hippie-attributen werden aangeboden. Ze zagen er schitterend uit bij ons, in korte glitterjurkjes. Bij de Bijenkorf kon veel, er was veel vrijheid en weinig hiërarchie.
Ja, Boudewijn de Groot heeft in de jaren zestig ook nog als magazijnbediende bij De Bijenkorf gewerkt. Ik zie hem nog staan in zijn grijze stofjas. Hij werkte daar om in zijn levensonderhoud te voorzien, want zijn eerste zoon was al geboren. Leuk vond-ie dat werk niet. In de jaren vijftig was ik in Heemstede bevriend met Boudewijns oudere broer Roland. Met hem deed ik gevaarlijke spelletjes, met speren gooien en zo. Wij woonden aan de Berliozlaan, de familie De Groot aan de César Francklaan. Tijdens autoritten draai ik nog regelmatig muziek van Boudewijn de Groot. Geweldig.’’
,,Tijdens mijn reizen tekende ik al veelvuldig, vooral als ik moest wachten op vliegvelden. Ik nam lessen bij de Haarlemse kunstenaar Poppe Damave, die was zeer geliefd, maar verkocht te weinig om zijn grote gezin te onderhouden. Ik kreeg les bij de Volksuniversiteit van Poppe. Een enige vent vond ik het. Hij zei: ‘Ik ga jou geen leiding geven, want jij hebt dat niet nodig. Ik ga je wel commentaren geven’. Zo geschiedde. Een stimulerende man van wie ik veel heb geleerd.
Vervolgens heb ik de opleiding ‘inleiding tot abstractie’ bij het Van Gogh Museum gedaan, en daarna schilderen en grafiek aan de Kunstacademie Haarlem. Ik schilder met acrylverf, en heb een voorkeur voor brede kwasten. Ik werk eigenlijk nauwelijks met te fijne penselen, een lijn hoeft niet altijd zo strak te zijn. Je kunt het zien op het schilderij ‘Eet je mee? Dan ben ik straks het toetje’. Dat meisje dat je daar ziet is een beetje een vies, ordinair meisje. Ze is net bezig een tafel te dekken voor twee. Ik vond het heerlijk om zo’n gescheurde visnetpanty op het doek te zetten. Vroeger droegen de dames jarretelles met nylons, dat vind ik nóg mooier, dat gewriemel om dat clipje op de juiste plek te bevestigen. Maar dat zie je tegenwoordig nog nauwelijks.’’
INTERVIEW: PAUL LIPS
http://claire-loeffen.nl/
http://www.ingerloopstra.nl/pages/portfolio.html
Prachtig overzicht van werk en ontwikkeling van Henk Claire ! Ga zeker kijken in raadhuis