Een eenvoudige stoel naast een tafel, ergens in het atelier. Trefzeker geschilderd door een markante en beroemde stadsgenoot. In het Historisch Museum aan het Groot Heiligland is een bescheiden tentoonstelling te zien onder de titel ‘Kees Verwey, de Haarlemmer’.
Het schilderij ‘Stoel bij tafel’ uit 1964 is één van de werken die te zien zijn op de expositie in het Historisch Museum. Het doet in de verte denken aan het werk van Vincent van Gogh, die zijn eigen stoel schilderde (en die van zijn vriend en collega Paul Gauguin) in het atelier in Arles. Maar waar bij Van Gogh die stoelen een persoonlijk portret werden, blijft de stoel van Verwey meer gewoon een stoel en de tafel een tafel.
Het Historisch Museum is een fijn museum, waar telkens wisselende tentoonstellingen worden gehouden. ‘Kees Verwey, de Haarlemmer’ is een prettige kennismaking met de vermaarde schilder, aquarellist en tekenaar, die nog tot en met 23 februari te zien is in het museum.
Er zijn een aantal monumentale olieverfschilderijen te zien, waar de bezoeker kan constateren dat die Verwey een goed gevoel had voor compositie en kleur. Hij werkte – steevast gekleed in pak met stropdas – in een atelier aan het Spaarne dat bekend stond om zijn enorme chaos. Verwey liet de chaos bewust ontstaan, omdat het stof op de voorwerpen zo’n mooi effect gaf, als een soort bladgoud. De schoonheid van het verval. Zo kun je op tal van schilderijen dezelfde voorwerpen terugzien, telkens anders geschilderd. Neem de soepterrine op het schilderij ‘Atelierstilleven met soepterrine’ (1981). Die terrine met de karakteristieke vorm zou dezelfde kunnen zijn die werd gebruikt tijdens een van de grote feesten, bijvoorbeeld een schrijversjubileum van de auteur J.A. Alberdingk Thijm, met wie Verwey bevriend was en wie hij ook portretteerde.
In een grote zaal hangen een aantal olieverfschilderijen, in een kleinere zaal enkele aquarellen, die niet zo fraai zijn uitgelicht. Waterverfschilderijen zijn kwetsbaar en kunnen snel verkleuren, maar het is wat jammer dat de kleuren door het aanwezige licht niet zo best tot hun recht komen, al zie je ook hier weer het meesterschap, zoals bij ‘Kan met witte tulpen’ (1964).
Het is leuk om tot slot nog even naar de korte films te kijken, waarin een fragment zit waarop te zien is hoe de meester de verf op het doek kwakt. Ook enkele bijgaande foto’s van Nico Koster geven een goed beeld van de eigenzinnige stadsgenoot, die leefde van 1900 tot 1995 en uitmuntte in enorme woedeuitbarstingen als de dingen hem niet bevielen. Dan riep hij: ‘Scheer u weg!’ en zwaaide gevaarlijk met zijn stok.
TEKST EN FOTO’S: PAUL LIPS
En iedereen moet zich inderdaad haasten om deze werken nog te zien. Op 1 maart komt de nieuwe tentoonstelling met werk van Verwey: ‘Mijn portretten ruiken naar stillevens.’ Het belooft opnieuw een mooie expositie te worden.