Bovenstaande foto: Dik Bol
Zoals John Cage een lijst rondom de stilte zette
zo heeft de tekenaar
met zijn penseel een art decolijst rondom Haarlem gezet.
Ik stap in dat stripkader
en loop door de straten.
(uit ‘Haarlem Nocturne’, Djordje Matic)
In de Vishal aan de Grote Markt, op steenworp afstand van het standbeeld van Laurens Janszoon Coster, de vermeende uitvinder van de boekdrukkunst, wordt momenteel een tentoonstelling opgebouwd, die ‘Crossing Lines’ gaat heten.
Afgelopen zaterdagavond bezocht ik de museale ruimte, omdat dichter Djordje Matic (met een ‘accent aigu’ op de c, maar een c met een accent erop kennen we blijkbaar niet in onze Westerse computerspelling) daar zijn bundel ‘Haarlem Nocturne’ presenteerde. Het is een prachtige bundel, waarin de dichter zijn belevenissen als Kroatisch banneling, zwerver door steden, en liefhebber van jazzmuziek op poëtische wijze tot uitdrukking brengt.
Belangstellenden baanden zich voorzichtig een weg tussen de vele dwarsgespannen linten, die beeldend kunstenaar Coen Wesseling reeds in de hal had aangebracht.
Eigenlijk was er al een soort van presentatie geweest in december 2015, maar die maakte deel uit van een literaire avond met andere auteurs. Deze avond was geheel gewijd aan Djordje, een oorspronkelijk uit Kroatië afkomstige, en van een klassiek keizerlijk hoofd voorziene dichter, vertaler, criticus en muzikant. Hij verdient zulks. Ik heb hem leren kennen als een scherpzinnig en buitengewoon vriendelijke man. Hij zette mij opnieuw op het spoor van Nescio, volgens Matic ‘de beste Nederlandse schrijver’.
Anders dan doorgaans tijdens Haarlemse festiviteiten, waren er voor mij weinig bekenden, hetgeen ik als verfrissend beschouwde. Franc Knipscheer van uitgeverij In De Knipscheer verwelkomde de aanwezigen, vertelde een en ander over de dichtersbeweging De Maximalen, die begin jaren tachtig furore maakten. Naast de microfoon waarin hij sprak stond een grote kartonnen doos. Knipscheer houdt er van literaire lijnen te leggen tussen stromingen of auteurs die ogenschijnlijk niet veel met elkaar te maken hebben. Achter hem bevonden zich tegen de wand allerlei stukken piepschuim, in ronde, vierkante en langwerpige vormen. Die gaan ongetwijfeld nog een rol spelen in de expositie ‘Crossing Lines’, die vanaf 18 maart te zien is.
Dichter Ezra de Haan las een recensie voor die hij schreef over Matics bundel ‘Haarlem Nocturne’: ‘…Zijn dichtbundel is een wonderschone verwoording van wat ontheemding met mensen doet, wáár ze ook vandaan komen, en wat de reden voor hun buitensluiten ook is. De regels en metaforen die Matic kiest zijn virtuoos als de artiesten naar wie hij luistert. Hun blues klinkt door in zijn taal en laat je genieten…’
Vervolgens kreeg Matic zelf het woord.
Allereerst begeleid door Roos Manshanden op saxofoon (zij speelde het thema van ‘Amsterdam after dark’) las hij ‘Ik heb niet meer één naam’, waarin hij de worsteling beschrijft die ambtenaren, politieagenten of ambassadepersoneel plegen te hebben als ze met hem worden geconfronteerd. Ook ik sprak zijn naam aanvankelijk verkeerd uit. Je moet zeggen: ‘Máátietsj’, namelijk.
Ik luister hoe ze struikelen en weer opstaan
en een mij bekend ritme slaan.
Een in mijn oor veilig klinkend geluid
waarmee ik mijzelf iedere keer omhul
als met een comfortabele jas.
Matic is woonachtig in Hillegom, waardoor hij zichzelf nog steeds als banneling beschouwt. Maar juist daardoor lijkt hij in staat met gepaste afstand over steden als Haarlem (‘mijn redding’, zoals hij zelf zegt) en Amsterdam te schrijven.
Nog steeds – een kleine steek
als ik terugdenk
aan de sfeer vol geesten en spoken
aan de mist en de verlorenheid
de bezetenheid
de schuld
de kou, de witgrijze laag mist
boven de donkere bruggen aan het Rokin
het bossanova-ritme van de regen tegen de tramramen
en eindeloze, eindeloze eenzaamheid – een die ik nooit
eerder gekend heb
zelfs ik niet – de expert in eenzaamheid.
(uit: ‘Amsterdam after Dark’)
De Haarlemse tekenaar en ontwerper Joost Swarte nam het ‘eerste exemplaar’ in ontvangst. ‘Wereldberoemd in Haarlem’, scheen Franc Knipscheer over hem gezegd te hebben. Matic ziet het anders. ,,Wereldberoemd, maar relatief onbekend in Haarlem’’, zou hij opgemerkt hebben. Swarte toonde zich verheugd voor te komen in een gedicht (zie de eerste regels van dit artikel).
,,Er moet een nieuwe stroming komen. De Minimalen. En Djordje moet dan het eerste gedicht schrijven’’, vond hij.
PAUL LIPS
Hier een impressie van het gedicht ‘Haarlem Nocturne’ (met Ilia Lumbroso op saxofoon), vastgelegd door Dik Bol.
http://www.devishal.nl/tentoonstellingen/nu-te-zien/
http://www.indeknipscheer.com/tag/djordje-matic/
‘Haarlem Nocturne’, uitgeverij In De Knipscheer, ISBN9789062659050
0 reacties