De internationaal bekende Haarlemse kunstenaar Cees Krijnen komt komend weekeinde met een zogeheten Podcast Performance in het Naaiatelier: ‘Kakel Kois op de Praatstoel’. Zaterdag 22 en zondag 23 oktober is Krijnen tussen 11.00 en 18.00 uur aanwezig in het Naaiatelier. De aftrap wordt zaterdag om 11.00 uur verricht door burgemeester Jos Wienen. Spaarnestroom wil vooraf alvast een paar dingen van Cees weten. Zijn hond Bisquit zit aanvankelijk keurig in de bench maar laat zich te zijner tijd steeds meer horen.
interview: Paul Lips
fotografie: Remco van der Kruis
Cees, het Naaiatelier is een informele expositieruimte. Wat ga jij daar tonen?
“Ik toon mezelf. Ik zit op een speciaal ontworpen stoel en mensen kunnen mij vragen stellen. Daar maken we ter plekke een podcast van. En we streamen het, zodat mensen het kunnen volgen. Mijn moeder Greta Blok noemde mij vroeger altijd ‘Kakel Kois’. Dus Kakel Kees. Ik was als kind heel erg druk. Ik kon al gestoord vroeg praten, tot vervelens aan toe. Dus ik leerde heel snel praten, maar daarna kreeg ik een terugslag. Toen heb ik ook een tijd gestotterd en moest ik weer helemaal overnieuw beginnen. Dus die naam heeft mijn moeder bedacht.”
Je bent opgegroeid in Zeewijk in IJmuiden. Hoe was je jeugd?
“Ik ben geboren in het Zeeweg Ziekenhuis, dat bestaat niet meer. En ik groeide op aan de Papemuslaan in Zeewijk in IJmuiden. Daar heb ik een hele fijne jeugd gehad. Het was aan de rand van de duinen. Ik had heel veel vriendjes en vriendinnetjes omdat het een hele jonge buurt was. Ik zat op de John F. Kennedyschool. Dat stukje kon ik heel veilig lopen, want ik hoefde niet over te steken. Dus ik heb een hele onbekommerde jeugd gehad. De Papemuslaan was een doodlopende straat. De kinderen hadden die straat totaal eigen gemaakt. We waren altijd buiten, aan het voetballen, verstoppertje spelen. Ik vond het heel erg leuk.”
Was er aandacht voor kunst in huis?
“Mijn vader was kapitein dus die zat vaak op zee. Kunstboeken waren er niet in huis, wel mooie, stijlvolle spullen. Mijn moeder had een goede smaak. Maar dan heb ik het over meubels en kleding en dergelijke. Op school was ik blij als ik een voldoende kreeg met tekenen. Ik hield niet van opdrachten, dat vond ik vrij suf. Ik kan me niet herinneren dat ik op school iets over kunst heb geleerd. En als de vraag kwam wat je later wilde worden dan hoorde je natuurlijk ‘brandweerman’, ‘politieman’ of ‘piloot’ en zo. Maar ik zei toen al ‘kunstenaar of circusdirecteur’.
Mijn middelbare school was het Ichthus College, dat toen nog in IJmuiden stond. Daar ben ik twee keer blijven zitten, en ook van school gestuurd. Maar ik ben geëindigd met een propedeuse, een master en een bachelor-degree. Dus ik ben niet achterlijk, haha. Het onderschrift van mijn boekje ‘Het Ultieme Zelfportret’ is dan ook ‘Joh, ga een vak leren’. Dat zei mijn vader altijd.”
_____________________________________
Tegen mij zeiden ze vroeger dat als je kunst wil maken, dat je dan zelfvertrouwen moet hebben…
“Aan zelfvertrouwen had ik geen gebrek hoor. Nog steeds niet. Ik was vastbesloten naar de Rietveld Academie te gaan. Ik heb schilderen gedaan, theatervormgeving beeldende kunst. Ik ben ook nog een tijdje decorontwerper geweest, onder meer bij de Toneelschuur en in Brabant en Amsterdam. Ook heb ik de modeacademie gedaan in Milaan. In Italië leerde ik ook Michelangelo Pistoletto kennen, mijn mentor en geestelijk vader. Hij is de oprichter van de Arte Povera-beweging. Hij heeft me wegwijs gemaakt in de internationale kunstwereld. Hij is nu 85 jaar en werkt nog steeds. Voor mij is hij streng. Dan krijg ik dingen te horen als ‘doe eens normaal’ of ‘werk eens wat harder’. Michelangelo Pistoletto zat in 1999 in de jury van de Prix de Rome, die ik won dat jaar. Daarna gingen alle deuren voor me open.”
De echtscheiding van je ouders en de nasleep daarvan heb je verwerkt in een aantal kunstprojecten, waarvan ook uitingen te zien zijn op je website en waarover te lezen valt in je boek. Maar ik heb ook begrepen dat je danser bent geweest…. bij TopPop!
“Ik denk dat ik toen veertien was of zo. Ik kende Lydia van Wooning en die vroeg me of ik wilde dansen. Dus dat heb ik gedaan, in de periode van Ad Visser en Bas Westerweel.
Ik pak even een biertje trouwens, want ik ben al vanaf zes uur op.
Dat dansen vond ik wel leuk om te doen. Ik ben te zien in clips van Maywood, daar werd ik helemaal misselijk van, en dat zie je ook aan me. En ik werd ook gecast voor Modern Talking, dat was ook walgelijk, wat een kwijlenballen waren dat. Maar je kon geen nee zeggen als je werd gecast. Die artiesten kozen jou uit, wij waren dan het dansende publiek. Het verdiende goed. Maar ik hield van hele andere muziek: Blondie vond ik helemaal te gek. New Order, Grace Jones, Duran Duran, INXS, Depeche Mode, Roxy Music, Killing Joke. Dat soort artiesten.”
________________________________
Je hebt ook een eigen krant, Th.Everything, waarvan je komend weekend de zesde editie presenteert…
“Ik vind dat zo’n leuk fenomeen, kranten. Nummer zes ligt dus nu bij de drukker. Boordevol nieuwtjes, artikelen, foto’s, illustraties enzovoort. Maar je kunt je de vraag stellen: waarom is Cees nou ineens zo geïnteresseerd in het verschijnsel ‘podcast’? Dat komt omdat ik samen met Wilfried de Jong een podcast heb gemaakt in Den Haag. Daar doe ik mee met een tentoonstelling ‘Parents / Ouders‘ in het Fotomuseum in Den Haag. Ik had het nog nooit gedaan, een podcast maken, maar ik vond het helemaal te gek. Maar ik moet nu even met Bisquit naar buiten. Ze moet even wat doen. Ze groeit als kool maar is nogal onrustig omdat ze haar tanden aan het wisselen is. Normaal bijt ze altijd in m’n oor. Kom dan maar even op schoot, meisje, we gaan zo naar buiten. Bisquit staat ook op de poster die Eric Coolen bij de Podcast Performance heeft getekend.”
______________________________
(Cees laat Bisquit even uit en is snel terug).
Er komen allerlei bekende figuren zaterdag en zondag, live of aan de telefoon. Huub Stapel en Patty Brard aan de telefoon, Adelheid Roosen, Paulette Willemse, en dus ook burgemeester Wienen.
“Mensen kunnen gewoon in- en uitwandelen. Eventueel streamen. En de krant is dan ook verkrijgbaar. Ik zit in die speciale stoel die is ontworpen door Mark Beverwijk. Het is dus de bedoeling dat er vragen aan mij worden gesteld. In principe één vraag. Maar dat gaat natuurlijk nooit lukken. Want ik ga uiteraard terug praten en ook vragen stellen, haha. Auw Bisquit! Niet zo bijten! Een krengetje ben je.”
ATELIER CEES KRIJNEN STUDIO 1.2
0 reacties