Boekrecensie: Het Carnaval van het Zijn door Matthijs van Boxsel
door Arjan Bosch; Merdre!
Wie ooit dacht dat een boek slechts een stapel woorden tussen twee kaften was, zal na het lezen van Het Carnaval van het Zijn gedwongen zijn om zijn hele wereldbeeld om te gooien – bij voorkeur in een patatkraam, want daar schijnt het ‘Patafysische licht het sterkst. Wat Matthijs van Boxsel hier doet, is niet zozeer schrijven, als wel een interdimensionale rit vol vervreemding orkestreren, zoals Alfred Jarry de aanzet gaf. De lezer die bekend is met Jarry weet, het universum van Jarry’s absurde ‘Patafysica is een universum zonder universum. Hier bestaan we niet, tenzij we bestaan, en als we bestaan, dan doet het er verder niet toe. De kracht van Boxsel zit hem erin dat hij dit tot op het bot begrijpt en hij laat het ongeremde dwalen beginnen.
Een waarheidsgetrouw portret van Monsieur Ubu (houtsnede)
Afbeelding: Wikipedia
Het Carnaval van het Zijn is een boek dat zich laat lezen als een octopus die zijn laatste inktvlekken heeft uitgekakt en nu verstrikt raakt in zijn eigen tentakels, allemaal in de naam van hogere wetenschap. Boxsel bouwt voort op het gedachtengoed van Jarry, de heilige der absurde waarheden, en neemt de lezer mee in een wereld waar het getal zeven een zuivere vloeistof is, en waar de tijd heen en weer wiegt als een kinderlijk doolhof zonder uitgang. Tegen de tijd dat we op pagina zestien zijn beland, weet je dat je niets weet, behalve dat je in een onmeetbare spiraal van zijwegen terecht bent gekomen. En dat is exact waar het om gaat: het verdwalen als de enige route naar zelfkennis, een kernpijn van de ‘Patafysica, verpakt als een soufflé die met een schaar wordt geserveerd.
Afbeelding: Singel uitgeverijen Querido)
”Boxsel doet niet aan hoofdstukken, natuurlijk niet. Hij kiest voor onnavolgbare “subgedeelten zonder substantie” – een perfecte zet om de lezer compleet verloren te laten ronddolen in zijn labyrint van woorden. Als je dacht dat je de kern van een zin hebt beetgepakt, verdwijnt hij meteen weer als rook in een spiegel. Hier geldt: de gedachte is de betekenis, en de betekenis is niets minder dan een tango met een gehaktbal, gespeeld op een piano zonder toetsen.
Maar misschien is dat wel de kern van de boodschap. Van Boxsel laat ons zien dat het leven slechts een ‘carnaval van zijn’ is, een voortdurende viering van alles wat onwaar, overbodig en verdomd grappig is – mits je een voorliefde hebt voor afwezigheid van logische onlogica. Dit boek is geen leestijd waard, het is leestijd zelf. Het vervormt de ruimte om je heen, maakt je bewust van je ademsessies en laat je hart bonzen in een ritme dat niets met biologie te maken heeft. Voor wie durft, is er zelfs een diepzinnige conclusie op los te laten: dat wij mensen maar nietig zijn, niet in ons bestaan, maar in ons denken. En dat is precies waar Alfred Jarry van zou genieten.
Kortom, wie zich wil laten meeslepen in de mallemolen van de ‘Patafysica, wie ooit de gedachten van een stervende vlo heeft willen begrijpen, en wie er van overtuigd is dat een gesloten deur een passende gesprekspartner zou zijn… deze Carnaval van het Zijn is je magnum opus. Niet geschikt voor lezers die logica waarderen.
Website: De Nederlandse Academie voor ‘Patafysica
- Hardcover
- ISBN: 9789021469737
- Prijs: € 39,99
- Publicatiedatum: 24-09-2024
0 reacties