Alles was klaar. Een spiksplinternieuwe voorstelling met nieuwe conférences en liedjes. ‘We zullen zijn’, was de titel. De kleine zaal van de Philharmonie wachtte. Uitverkocht. Het Haarlemse cabaretduo Stan en Wietse zou gaan triomferen daar, zoveel was duidelijk. ‘Het was hélemaal écht”, zegt Wietse Algera. Toen kwam de persconferentie en volgden de maatregelen. Maart 2020. Wat een vrolijke droom moest worden op 21 maart 2020 werd een soort van nachtmerrie.
door Paul Lips
Stan Put en Wietse Algera maken al sinds jaar en dag cabaretvoorstellingen. De ene keer noemen ze zo’n programma ‘Afscheidscomeback‘, de andere keer ‘Dikke Retro‘. En ze slagen er toch altijd weer in zaaltjes vol te trekken, zoals het Posthuis in het Zaanenpark, dat enkele jaren geleden maar liefst vier keer uitverkocht. ‘De Liefde’ is een favoriet thema van de twee, met alle perikelen daar omheen. Steevast gelardeerd met liedjes die door Stan Put van pianobegeleiding worden voorzien.
Beiden zijn actief in het onderwijs. Twee jaar geleden belandden ze voor een schnabbel op een congres over ‘kansengelijkheid’ en ‘passend onderwijs in de regio Kennemerland’ dat werd gehouden in de kleine zaal van de Philharmonie. Daar werden contacten gelegd met de organisatie van de Stadsschouwburg & Philharmonie. Wietse: ,,Een prachtige zaal is dat natuurlijk, die kleine zaal. Mooi podium.”
Stan: ,,En heel goed geluid. Mooie vleugel. Dat roept verlangen op. Om een avondvullend programma te kunnen doen. Op dié specifieke plek.”
Wietse: ,,Maar toén kwam Stan met een verhaal.”
Stilte.
Stan: ,,In 2018 ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Italië, naar Umbrië om precies te zijn. Een prachtige streek. We kwamen daar terecht bij een wijnboer die zijn eigen wijnen produceerde. Een heerlijke vakantie. We hadden regelmatig contact met die man, een hele aardige kerel. Aan het einde van de vakantie opperde ik het idee om een keer terug te komen om druiven te plukken. Het toeval wil dat verderop in die streek een oude boerderij te koop was. Dus wij zagen het al helemaal voor ons. Die man, Moreno, was ook de jongste niet meer, dus als hij zijn bedrijf voort zou willen zetten, dan zou ik wellicht…”
Stan bouwt de spanning in zijn verhaal stapje voor stapje op.
Wietse interrumpeert. ,,Dus ik kom hier op een gegeven moment binnen, óveral dozen wijn. Je kon hier nauwelijks meer lopen. Zegt Stan doodleuk: ik ga dat doen. Ik ga met Syl naar Italië. We gaan daar wonen en druiven verbouwen. Maar… pas over vier jaar of zo.”
Stan: ,,Ik ben iemand die snel ergens ja tegen zegt. Ik reageer spontaan op dingen. Die oude boerderij met die wijngaard, dat was te mooi om waar te zijn natuurlijk.
En die oude wijnboer die wilde mij best dat vak leren. Dus dat zou prachtig zijn. Alleen wisten we nog steeds niet wat die ouwe vervallen boerderij moest gaan kosten. Uiteindelijk zijn we toen in de herfstvakantie opnieuw naar Italië gereisd…”
Het intrigerende avontuur was voor Stan en Wietse het vertrekpunt. De kapstok om het verhaal van ‘We zullen zijn‘ aan op te hangen. Ze trokken zich terug in ‘De Hut der Hutten’ bij Baarle, waar ze steevast aan nieuw materiaal kunnen werken. Met het befaamde Rode Boek binnen handbereik, waarin alle ideeën, teksten en flarden worden vastgelegd. Het proces van schrijven, schrappen en herbezinnen.
Stan: ,,Daar hangt een zwijnenkop aan de muur. Hij is heel arrogant en zegt nooit wat terug. Als hij zwijgt dan is het goed. Maar soms drijft die kop ons ook tot razernij! ‘Whatdafack, zeg ‘ns wat terug!”
Ondertussen hing in elke supermarkt een flyer met de aankondiging van de voorstelling ‘We zullen zijn’ en kochten steeds meer belangstellenden een kaartje in de voorverkoop. Try-outs werden gespeeld, ook tijdens Gluren bij de Buren, bij Stan Put thuis in de Maerten van Heemskerkstraat in Haarlem-Noord. Drie sets, drie keer volle bak in de huiskamer. ,,Hele goeie reacties, dus ons vertrouwen groeide”, zegt Stan.
Wietse: ,,Eén publiek heeft de voorstelling in november 2019 in z’n geheel gezien. Zaal ‘De Meerkoet’ in Lisserbroek. Een zaal vol zestig- en zeventigplussers. Tijdens het Zondagmiddagpodium van de organisatie Meerwaarde. Toen hebben we hier en daar wel enkele woorden gekuist. Dat was een hele leuke matinee. En: voor loúter onbekenden!”
Stan: ,,Maar onze vorm van cabaret is natuurlijk gewoon traditioneel. Verhalen met een lach en een traan. En vervolgens komt er dan een mooi lied. Maar wat ik wel goed vind van deze nieuwe show is dat we nu echt allebei ons verhaal hebben. Dus niet meer zozeer samen, maar meer individueel.”
Wietse: ,,Geen geforceerde dialogen. Gewoon een van ons die een verhaal vertelt. Vanuit het eigen perspectief. Ik zie en vertel over al die dozen met wijnflessen door het hele huis, en Stan legt dan in zijn eigen verhaal uit hoe lekker die wijnen smaken. Voor ons betekent dat kiezen voor meer monologen een paar stappen vooruit.”
En nu? Een nieuwe datum is nog niet geprikt. De besmettingen lopen weer fors op. De afgelopen periode heeft het duo met enige regelmaat livestreams gedaan waarin enkele liedjes uit de voorstelling ten gehore werden gebracht. Een kerstlied gemaakt voor december 2020. Ondertussen doen ze zo nu en dan ook mee met het fenomeen ‘clubhouse’ en publiceert Stan Put gedichten op zijn Facebookpagina. De heren blijven positief. Wie weet kan het in het najaar gaan gebeuren. ,,Ooit gaat het natuurlijk een keer lukken. Onze droom blijft overeind.”
‘Lo saremo’ roepen de mannen in koor. En dat blijkt natuurlijk ‘we zullen zijn’ te betekenen in het Italiaans.
Wij hadden kaartjes voor die bewuste voorstelling, want Stan & Wietse zijn zo goed en leuk! Het komt vast allemaal goed, al duurt het even.