Vergeef me deze kop. Een redacteur van muziekblad Heaven heeft lang geleden een verbod op de uitdrukking ‘Ome Neil’ afgekondigd. Maar nu moet dat maar even.
Hij draagt slangenleren laarzen tijdens het concert. Die zijn niet nieuw, die droeg hij de voorgaande keren ook al. Maar wie op zijn voeten let, constateert dat de voeten van Israel Nash nauwelijks stil staan. Hij beweegt ze, tilt ze omhoog, verstapt, wandelt langzaam achteruit en beweegt bijna als een balletdanser.
Hoe ik met zijn muziek in aanraking kwam weet ik niet meer precies. Ik denk dat iemand een video op Facebook postte als aankondiging van een concert. Ik bezocht dat concert en was geïmponeerd door ’s mans rauwe stem en intense presentatie. De geest van Neil Young bewoog zich destijds ook al boven de stage, maar als liefhebber kun je nauwelijks genoeg krijgen van wat we kunnen omschrijven als ‘Neil Young-muziek’.
Israel Nash Gripka, zo’n naam kom je niet zo snel tegen in het rock- en popcircuit. Hij is de zoon van een dominee en groeide op in de Ozark Mountains, Missouri. Zijn muziek valt te omschrijven als Americana, geworteld in de traditie van singer/songwriters. Hij woonde eerder in New York en thans in de omgeving van Austin, Texas. Afgelopen vrijdag speelde hij voor zijn trouwe fans in de kleine zaal van het Patronaat, bijgestaan door Eric Swanson op pedal steel en gitaar, en Josh Fleischman op slagwerk.
Ik heb mezelf wel eens betrapt op de gedachte: ‘waarom neemt die man geen simpel pseudoniem, zoiets als Johnny Thunderbird’. Inmiddels hanteert hij de naam ‘Israel Nash’ en het laatste album heet dan ook Israel Nash’s Rain Plains. Het is een ingetogen, sfeervolle plaat. Maar waar de invloeden op eerder werk nog werden gecamoufleerd, lijkt Israel Nash er nu openlijk voor uit te komen dat hij de songbooks van Neil Young en aanverwante artiesten wel érg goed heeft bestudeerd. Wie goed luistert hoort leentjebuur-melodieën van ‘Old man’, ‘Ohio’, ‘Down by the river’ en zelfs ‘Midnight on the bay’ van de Stills/Young Band. Om van ‘Who’ll stop the rain’ (Creedence) of ‘Knocking on heaven’s door’ (Dylan) nog maar te zwijgen. Neem daarbij de iets te prominente rol van de pedal steel van Eric Swanson (een instrument dat ik doorgaans erg kan waarderen) en de algehele indruk valt wat tegen. Als toegift is het mooi dramatische ‘Goodbye ghost’ (van het album ‘Bam doors and concrete floors’) een van de prettige afsluiters. Ook al blijf ik fan van deze pleegzoon van Ome Neil, als geheel mag zo’n concert toch gevarieerder.
TEKST & FOTO’S: PAUL LIPS
0 reacties