In een van de leslokalen van cultuurcentrum Hart aan de Haarlemse Kleine Houtweg wordt gewerkt aan een bijzonder project op het gebied van schilderen. Onder leiding van docent Helmuth van Galen werken de studenten aan klein formaat panelen met als onderwerp ‘de zintuigen’, om precies te zijn het zintuig ‘smaak’. Geïnspireerd op de serie van vier schilderijen die Rembrandt ooit van het fenomeen ‘de zintuigen’ maakte. Tijd voor een bezoek.
door Paul Lips
(omslagfoto: Jan Puts met zijn smaak-paneel)
Hans Geerdink heeft de razende reporter getipt en legt uit dat er een serie van vier panelen bestaat die de meesterschilder aan het begin van zijn carrière vervaardigde in Leiden, in de periode 1624-1625. De 18-jarige Rembrandt schilderde vier thema’s: ‘het zicht‘, ‘de reuk‘, ‘het gehoor‘ en ‘het gevoel‘. “Maar die vijfde ontbreekt dus, en het is onduidelijk of dat schilderij ooit is vervaardigd of dat het is zoekgeraakt”, aldus Geerdink. De vier panelen zijn momenteel te zien in De Lakenhal aan de Oude Singel in de sleutelstad. Het zijn prachtige werkjes, duidelijk geschilderd door een jongeman die zijn uiteindelijke stijl nog gaat vinden. “Rembrandt heeft zijn ouders laten poseren”, legt Helmuth van Galen uit. “Dat lag voor de hand, hij was zo’n achttien jaar oud woonde nog in Leiden. Dat ontbrekende thema ‘de smaak’ zijn we hier aan het uitwerken. Een soort aanvulling op de serie van Rembrandt. Op hetzelfde formaat van 18 bij 21 centimeter.”
Rembrandts paneeltje ‘De brillenverkoper‘ (het gezicht) toont een marskramer die een ouder stel een bril tracht aan te smeren. De vrouw van het echtpaar is duidelijk slechtziend. De man beschikt over een flink reukorgaan en lijkt te vragen of er wellicht ook een bril op zijn grote rode kokkerd zou passen.
Op het schilderij ‘De flauwgevallen patiënt‘ (de reuk) zien we hoe iemand een chirurgijn helpt om een patiënt na een aderlating te laten bijkomen. De man is flauwgevallen en wordt een in ammonia gedrenkte doek voorgehouden.
Op ‘Drie zangers‘ (het gehoor) is een ouder stel met een jongeman bezig een lied te vertolken, of in te studeren. De heer in het gezelschap lust er ook wel eentje, zo valt op te maken uit zijn rode neus. Hij beschikt reeds over een bril. De dame links lijkt in trance van de melodie en de jongeman met baret concentreert zich op de noten.
Het paneel ‘Operatie‘ (het gevoel) laat een patiënt zien die een mankement aan zijn hoofd (slaap) heeft, waarbij de chirurgijn ingrijpt met een medisch instrument. De dame rechts licht bij met een kandelaar. De patiënt ondergaat de operatie met vertrokken gezicht, want ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’, lijkt de chirurgijn te denken. Op alle vier de panelen is al te zien hoe de jonge meester zijn talent voor clair-obscur al in de vingers had.
Bij aanvang van de les zijn de door de studenten gemaakte paneeltjes op ezels naast elkaar gezet, met kopieën van de serie van Rembrandt er bij. Duidelijk is dat de smaakpapillen worden geprikkeld. We zien onder meer haringhappers, vrolijke drinkers, pizza-knagers, kaas-snoepers en gebakjes-smullers.
Sommigen van de studenten gaan verder met het perfectioneren van hun paneeltje. Anderen storten zich op een thema dat deze dinsdagavond ook mag worden gekozen: het schilderen op stof met een bestaand patroon. Dat levert weer hele andere kunst op. Guus Koene bijvoorbeeld beschildert een gebloemde stof met een dreigende lucht en een Tata Steel-achtige setting. Het contrast tussen die lieflijke bloemen en het gif uitstotende complex is fraai verbeeld en toont de dilemma’s van het huidige tijdsgewricht: kiezen voor ‘economische welvaart’ of ‘maatschappelijke gezondheid’.
Naast Guus is Jan Puts bezig met het opspannen van een doek op een houten frame. Een van de andere studenten houdt spant de keurrijke stof terwijl Jan met een tacker in de weer is. Opletten voor de vingers.
Op het paneeltje waar Jan Puts mee bezig is voor het Rembrandt-thema zien we hem zelf staan tussen twee kunstbroeders, nippend aan een wijnglas gevuld met… sinas. Je herkent direct zijn karakteristieke kop. De linkerhand (voor de kijker rechts op het paneel) van de centrale figuur is wat amorf geschilderd. “Ja, een beetje Bacon-achtig”, mompelt Jan. De vraag is op zo’n moment of je daar nou heel veel aan moet gaan veranderen óf zo laten. Voor hetzelfde geld verknal je het. De in losse toetsen opgezette voorstudie van het schilderijtje ligt op tafel en ziet er niet verkeerd uit.
Docent Helmuth van Galen wandelt langs en geeft bruikbare tips aan de studenten. Ondertussen geeft hij nog een kleine toelichting. “De paneeltjes geïnspireerd op het werk van Rembrandt hoeven niet in zijn stijl te worden geschilderd. Het gaat meer om de compositie en de interactie tussen de figuren. Bij Rembrandt zie je hele alledaagse figuren, een beetje boerse types die je indertijd in een herberg kon tegenkomen. Meestal maken we voor zo’n project eerst een aantal schetsen voor we aan het paneel beginnen.”
Ine van Loon is bezig met het verbeelden van een etende filosofe. Gebaseerd op het boek ‘Diner pensant. Waar filosofen op kauwen’ van fotografe Valerie Granberg waarin bekende denkers uitleggen wat eten voor hen betekent. Op het paneeltje van Ine zijn de contouren te zien van filosofiedocent Daan Roovers, die zich in de periode 2019-2021 Denker des Vaderlands mocht noemen. Ine zwoegt nog op het clair-obscur.
Jolande Lansink heeft ervoor gekozen om drie muizen af te beelden. “Mensen schilderen vind ik eigenlijk helemaal niks. Best moeilijk. Vandaar de keuze voor muizen die lekker aan een maïskolf zitten te knagen. Ik geef mijn eigen invulling aan het thema. De snorharen moet ik nog perfectioneren. En de achtergrond is nog niet af.”
Hans Geerdink heeft verschillende versies gemaakt. Op één paneel zien we twee haringeters elk een ‘zilveren stropdasje van de zee’ uit de hand verorberen, met opengesperde monden. Ook heeft Geerdink op een ander paneel drie ridders afgebeeld die zich tegoed doen aan Edammer kaas. Er komt zelfs een ronde – aangesneden – Edammer kaas als kanonskogel aangesuisd.
En er is soort zelfportret met een groene achtergrond; iemand die een oester eet, rechts daarachter iemand die zijn neus dichtknijpt en links daarachter iemand die moet kotsen. Vooral het ‘zelfportret’ is expressionistisch geschilderd.
Of de serie uiteindelijk tentoongesteld gaat worden is nog even de vraag. Maar de resultaten mogen er zijn en zouden mooi passen in een Vijfhoekkunstroute of een Kunstlijn-editie. Helmuth van Galen en de studenten denken daar nog over na. Wie weet is Museum De Lakenhal bereid om de serie te exposeren, dat zou helemaal mooi zijn. Als project bij Hart zijn de creatieve verrichtingen van de groep van Helmuth van Galen in elk geval uitstekend geslaagd.
Mooi artikel Paul. Goed leesbaar en een uitnodiging voor ieder mens,-kunstenaar of niet- om zich een beeld te vormen over de differciteit van wat kunst beleving inhoud. Dank je wel voor je inspanningen.
Bedankt Paul, voor deze prachtige sfeertekening van dit project!
Groet
Helmuth van Galen