Sommige dingen herinner ik me niet goed. Ooit ontmoette ik een in Den Haag woonachtige beeldend kunstenaar, die in een Hilversumse studio te gast was voor een radio-interview. Een sympathieke man.
Die man was Ralph Prins. Hij vervaardigde het Nationaal Monument Kamp Westerbork: de spoorlijn met aan het einde de rails die omhoog buigen.
Wie deze plek bezoekt en een hart in zijn donder heeft, vergeet dat beeld nooit meer.
Prins werd in 1943 gevangen gezet in Westerbork en gedeporteerd naar het concentratiekamp Theresienstadt. Hij overleefde de Tweede Wereldoorlog en maakte dat schitterende monument (en een aantal andere oorlogsmonumenten), dat in 1970 door de toenmalige koningin Juliana werd onthuld.
Vrijdag overleed Ralph Prins op 88-jarige leeftijd, vlak voor het moment dat de bevrijding van het voormalige vernietigingskamp Auschwitz werd herdacht.
Anneruth Wibaut is een Haarlemse dichteres. Onlangs bracht zij de poëziebundel ‘Schiep hij ook mijn moeder’ uit.
HOE IK MIJN MOEDER KOOS
ik was in een ander bestaan
van belofte en diffuus licht
en wat we liefde noemen
toen mijn aandacht werd getrokken
naar een cel vol vrouwen
zij waren er ingepropt
aangestampt
samengeperst en ze
vochten en schreeuwden
om ruimte
want één stoeptegel is te weinig
om lucht
om licht
ze stikten
ze werden gek
van angst
van wanhoop
van ademnood
ze gingen dood
bleven leven
ik wilde ze allemaal redden
ik koos er één: mijn moeder
dat was toen de oorlog woedde
en wij er te veel zagen
zwart van pijn werden ze bij ons geboren
zielen zonder hoop
ook wij dachten dat het nooit
en nergens meer goed kon komen
wij kozen moeders uit
en namen liefde mee
zo veel we konden
als troost
als medicijn
wanhoop is gulzig
adembenemend en
verstikkend
wij weten niet of we zijn aangekomen
Kiest een mens zelf een moeder? Er zullen psychologieboeken vol over zijn geschreven. Ik vind het begin van dit gedicht prachtig: de hoofdpersoon die zich ‘in een ander bestaan’ bevindt, met diffuus licht en zelfs iets ‘wat we liefde noemen’. Het klinkt aangenaam. Maar dan wordt de aandacht van de dichteres getrokken door iets anders. Een cel vol vrouwen.
Je zou zeggen dat het woord ‘ingepropt’ voldoende is om de lading te dekken. Maar nee, daar moeten nog twee woorden bij. Aangestampt. Samengeperst.
De benauwenis is voelbaar. Vechtende en schreeuwende vrouwen in een mensonterende situatie. Dood en wanhoop.
En dan is er de beschouwende dichteres die zegt: ik wilde ze allemaal redden/ik koos er een: mijn moeder.
Nee, het is niet de dichteres die hier spreekt, het is een kind. Het oprechte kind dat de wereld wil redden, beter wil maken. Het kind dat niet begrijpt waarom mensen met elkaar vechten, in oorlog zijn. Het is het kind met de uitgestoken armpjes dat vol liefde reikt naar haar moeder. Maar het is niet genoeg. Meisjes en jongetjes die ‘alles goed zouden maken’ en liefde meenamen ‘zoveel we konden’ blijken niet in staat het verdriet weg te nemen bij de zielen zonder hoop.
Je zou kunnen zeggen dat dit particuliere poëzie is. Kind van een vrouw in verzet schrijft de ingewikkelde verhouding met haar moeder van zich af. Wibaut wil met haar woorden ‘onoverbrugbare gaten dichten’, valt te lezen op de achterkant. De hoop dat dingen beter worden klinkt er in door.
Anneruth Wibaut dong twee jaar geleden mee naar het stadsdichterschap van Haarlem en is inmiddels actief betrokken bij de Haarlemse Dichtlijn, een organisatie die de poëzie in Haarlem en omstreken een warm hart toedraagt. Naast haar geestige aankondigingen weet zij de luisteraar met haar welluidende stem te raken.
De dichteres heeft niet alleen hart voor poëzie, maar ook voor de verdrukten in de maatschappij. Als kind van een verzetsstrijdster kan zij zich inleven hoe het is om een vluchteling te zijn. Zoals in ‘Doorgronden’, dat zij schreef voor de Haarlemse Straatjournaalverkoper Mohamed Rugamana uit Burundi, die al vier keer in detentie werd geplaatst omdat hij niet over de ‘juiste’ papieren beschikt. Aanvankelijk was het lastig voor Rugamana om de woorden te begrijpen, maar met hulp van zijn begeleidster drong de betekenis uiteindelijk tot hem door. Het gedicht sprak hem aan.
DOORGRONDEN
onder een boom wil ik staan
met jou
en dat we horen
hoe de bladeren
de verboden vrijheid
de opgesloten vrede
verlossen met hun woorden
onder een boom staan
tot we wortel schieten
en mijn land ook jou land is
en dat onze kindskinderen
later onder bomen staan
om elkaar te doorgronden
© Anneruth Wibaut
Anneruth Wibaut, ‘Schiep hij ook mijn moeder’, uitgeverij Mijn Bestseller, 15 euro. ISBN 9789462544031
PAUL LIPS
0 reacties