Juliette Verhofstad (1964) woont in IJmuiden en is kunstdocent en beeldend kunstenaar. Ze geeft les op scholen. Vanuit haar organisatieburo Kunstblik onderneemt ze daarnaast activiteiten als het inrichten van tentoonstellingen, het adviseren voor kunstcollecties, schrijven over kunst en het geven van lezingen. Juliette Verhofstad is één van de exposanten van het Garenkokerskollektief, dat tijdens de Kunstlijn te zien is in het Seinwezen aan de Kinderhuissingel.
interview: Paul Lips
fotografie: Remco van der Kruis
Hoe is de stemming?
“Goed, helemaal perfect. Ik ben bezig met de voorbereiding voor de tentoonstelling van het Garenkokerskollektief in het Seinwezen, voor de Kunstlijn. Deze zomer had ik even geen werk. Geen freelance-klussen en even geen vast werk. Maar ik moet iets met m’n handen. Dus ik had in de zomermaanden alle tijd, ik ging niet op vakantie. Ik ging kijken of ik fulltime-kunstenaar kon zijn. Of ik geen angst had voor het witte vel. Dus ik hing zo’n groot wit vel op. En het begon te stromen, het kwam er helemaal uit. Ik begon te graven in mijn herinneringen en er kwam van alles op papier.”
Maar je bent ook kunstenaar in de klas, las ik…
“Ik ben van huis uit kunsthistoricus. Mijn werk bestaat uit twee takken: ik geef lezingen over kunst aan oudere volwassenen, in Hoorn en omgeving. In de bibliotheken en op De Blauwe Schuit, een creativiteitscentrum. Dan moet je denken aan Hoorn, Medemblik en Opmeer. Dan behandel ik allerlei onderwerpen, vaak thematisch, bijvoorbeeld over ‘de stoel’, of over ‘architectuur’. Ik behandel dan alles, van design tot mode tot architctuur. Soms zoom ik in op één detail van een schilderij. Bijvoorbeeld dat Arnolfini-portret van Jan van Eijck uit 1434. Daar zit heel veel symboliek in.
Maar ik geef dus ook les op basisscholen. Dat vind ik heel leuk, omdat kinderen van die leeftijd nog zo ontvankelijk zijn voor kunst en alles wat daar mee samenhangt. Ik geef bijvoorbeeld lessen over architectuur en laat de kinderen dan ook zelf aan de slag gaan. Met afvalmaterialen en kringloopspullen. Het plakken en verbinden doen we dan met duct-tape. Geen lijm. Het is heel leuk om ze van alles te laten verzamelen en dan ruimtelijk aan de slag te gaan. Met allerlei dingen zoals karton, satéprikkers, uiennetjes of dekseltjes kun je een hele fantasiewereld scheppen.
Ik ben net gevraagd in Velsen-Noord op een school, De Plataan, om daar iedere donderdag vakdocent Beeldend te zijn. Ik ben blij dat dat weer helemaal terug komt. Ze hebben eerst alles wegbezuinigd tijdens het bewind van Halbe Zijlstra. Nu is er personeel tekort. Er is veel druk op die docenten van de basisscholen, maar die moéten al zo veel. Dus die zijn blij met een docent Beeldend of een docent Dans. Ik vecht er voor om in mijn vak te kunnen blijven werken.”
De tekeningen die je hier hebt liggen zien er bijzonder uit, en ook die aan de wand hangt waar je nog mee bezig bent. In zwart-wit…
“Ik heb me laten inspireren door de periode dat we in Nigeria woonden. Mijn ouders hadden toen contact met een heilig dorp, Oshogbo. Een prachtig dorp waar de Oostenrijkse kunstenares Susanne Wenger (1915-2009) met de lokale bevolking van alles heeft vormgegeven. Zij werd daar ook Yoruba-priesteres. Met de bewoners maakte ze hutten van leem, beelden, sculpturen van riviergoden enzovoort. Dat heb ik als 9-jarig meisje gezien en daar was ik helemaal door betoverd. Ik moet hier ergens dat fotoboek hebben, dan kun je het zien. Mijn ouders maakten daar toen foto’s van die ik schijnbaar in mijn onderbewuste heb opgeslagen. Beelden die nu terugkomen in de tekeningen. Daarnaast heb ik me laten inspireren door een reis naar Japan, die ik in 2017 met mijn dochter Mireille heb gemaakt. Daar imponeerden de tempels me vooral. Ik heb gewerkt met zacht potlood, Japanse penselen en krijt. Als je het penseel erbij gebruikt wordt het een combinatie van tekening en schilderij.”
Waar groeide je op?
“Ik ben geboren in Australië, in Mount Isa, in Noordwest-Queensland, het binnenland. Mijn vader was geoloog, mijn ouders waren een soort hippies. Vanwege het beroep van mijn vader verhuisden we vaak. Na Australië kwam Suriname, toen kort naar de Verenigde Staten, vervolgens naar Canada en daarna nog een tijd in Nigeria. Uiteindelijk via Lochem en Almelo kwamen we in Spierdijk terecht, vlakbij Hoorn. Spierdijk vond ik niks, ik was blij dat ik in 1982 kon gaan studeren in Amsterdam. Dat was mijn plek, geweldig. Kunstgeschiedenis studeren. Ik woonde overal, in de omgeving van de Czaar Peterstraat – daar woonde het levend kunstwerk ‘Fabiola’ – maar ook in Oost en in Bos en Lommer. Ik was een nomade. Ik schreef mijn scriptie over street art en Hugo Kaagman. Ik vergeleek de kunst van Amsterdamse punkscene met de graffiti-kunst van New York.”
Je gaat exposeren met het Garenkokerskollektief tijdens de Kunstlijn, in het Seinwezen aan de Kinderhuissingel…
“Ik heb jaren in Haarlem-Noord gewoond en raakte in contact met de kunstenaars van het Garenkokerskollektief. Er was nog ruimte voor mij om me bij het kollektief aan te sluiten, dus die verbinding is tot stand gekomen. Ik ben daar sowieso mee bezig, met verbinden, in de brede zin des woords. Dus op zaterdag 6 en zondag 7 november is werk van mij onderdeel van de groepstentoonstelling. Maar ook mijn dochter Mireille Kiesewetter doet mee in het Seinwezen. Zij is net afgestudeerd aan de Willem de Kooning academie in Rotterdam, afdeling Animatie. Zij gaat een projectie verzorgen tussen mijn tekeningen. Daarmee is er dan ook de verbinding dochter-moeder. Overigens bevalt het me hier in IJmuiden ook prima. Het is allemaal wat rauwer. Ik heb heel veel foto’s gemaakt in de haven, en wil in de toekomst werk maken dat daarop is geïnspireerd.”
Nog even, welke kunstenaars inspireren jou persoonlijk?
“Pipilotti Rist vind ik interessant, die Zwitserse kunstenares die veel doet met nieuwe media, zoals video en installaties. Ik heb ooit een expositie van haar gezien in Boymans in Rotterdam, zó veelzijdig met theatrale elementen. Dat komt misschien ook omdat ik ben opgegroeid met muziektheatervoorstellingen als ‘Zie de mannen vallen‘ van Hauser Orkater. Dat theatrale in de kunst, daar hou ik van. Maar ook de spirituele kunst van Bill Viola kan me bekoren.”
Tot slot, van welke muziek hou je?
“Wereldmuziek, popmuziek, klassiek, als het maar eigenzinnig is. Wende bijvoorbeeld vind ik prachtig, maar ook Nina Hagen en vroeger La Pat. Afrikaanse muziek vind ik prachtig, zoals van Fatoumata ‘Fatou’ Diawara uit Mali, Angelique Kidjo of Oumou Sangare. Bij klassiek heeft pianomuziek mijn voorkeur, zoals het werk van Simeon ten Holt, denk aan ‘Canto Ostinato‘. Maar de minimal music van Philip Glass kan ik ook waarderen.”
Garenkokers kollektief in SEINWEZEN – Kunstlijn Haarlem
Juliette Verhofstad (@julietteverhofstad) • Instagram-foto’s en -video’s
0 reacties