[sgmb id=”1″]
Ytje Veenstra is illustrator en beeldend kunstenaar. Ze werkt voor uiteenlopende opdrachtgevers, maar stelt tevens tentoonstellingen samen. Ze is projectmedewerker bij Nieuwe Vide. Daarnaast is ze manager van de Patronaat Business Club. Ytje groeide op in Friesland, studeerde in Kampen en woont alweer geruime tijd in Haarlem.
Momenteel heeft zij een gevarieerde zomertentoonstelling bij KeK, de bovenruimte van het Kennemer Theater aan het Kerkplein in Beverwijk. Er hangen kunstwerken, illustraties, strips, maar er staan ook vitrines met schetsboekjes of voorwerpen uit vervlogen tijden, zoals een klassieke beschuitbus of Tupperware-schaal.
Hoe is de stemming?
,,Goed! Druk. Momenteel zit ik in een schetsfase. Ik werk bijna altijd wel in series. Ik kies een onderwerp, maar ik kan zelden in één tekening kwijt wat ik wil zeggen.
Voor mijn werk laat ik me inspireren door Amerikaanse en Engelse literatuur. Bijvoorbeeld de schrijver David Foster Wallis, bekend van de roman ‘Infinite Jest’, die gaat over wat entertainment met mensen doet, en vooral het verslavende aspect daarvan. Of het werk van Thomas Pynchon, die ‘Inherent Vice’ schreef, een misdaadverhaal over een privédetective, dat later nog door Paul Thomas Anderson is verfilmd. Dat boek ademt een echte film noir sfeer.’’
Dat film noir-aspect zit ook in je tekeningen…
,,Films uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw boeien me. Film noir, maar ook het werk van Stanley Kubrick of David Lynch.’’
Waar groeide je op?
,,In Dokkum, een stad van dertienduizend mensen. Een kleine Friese stad met veel sociale controle. Iedereen kent elkaar. Momenteel ken ik er eigenlijk bijna niemand meer. Je hebt er een paar kerken, een bibliotheek en een bowlingbaan. Zo eentje met een hele grote kegel voor de deur. Een beetje vergane glorie, maar dat vind ik dan juist weer mooi. Ik heb ook de Facebookpagina van die bowlingbaan geliked. Je kunt daar nog competitie-bowlen, en een vleespakket van de plaatselijke slager winnen.’’
Hoe was de sfeer thuis?
,,Mijn ouders waren strikt. Mijn vader werkte bij een verzekeringsmaatschappij en nam altijd blocnotes mee waar wij als kinderen op konden tekenen. Ik had een oom in Amerika en was gefascineerd door de luchtpostenveloppen die daar soms vandaan kwamen. Ik weet nog goed dat ik graag zelf mijn fantasie gebruikte en verhalen verzon. Voor bestaande televisieseries als Airwolf of Dukes of Hazard. Ik kwam ook graag bij mijn opa en oma thuis.
Echt naar musea gingen we eigenlijk niet. Ja, naar het Museum Dokkum. We gingen wel vaak kerken binnen. Mijn vader bezat veel orgelmuziek. Zelf heb ik ook nog orgelles gehad. Wie weet ga ik daar weer eens iets mee doen.
Mijn ouders vonden het best dat ik naar de kunstacademie wilde. ,,Als je dat wilt, zul je de eindjes aan elkaar moeten knopen’’, zeiden ze er wel bij.’’
Hoe was het om naar Kampen te verhuizen?
,,Een hele overgang, ik kwam terecht op een klein studentenkamertje. Bed, bureau, kast. Maar ik was er superblij mee. Ik begon met heel veel fietsen. Ik vind dat als je in een stad gaat wonen, je die stad moet leren kennen. Niet alleen het centrum. Dus ik fietste wat af. Langs van die oude portiekflats. Die fascineren me, nu ook nog steeds.
Op de Constantijn Huygens Academie in Kampen leerde ik een eigen handschrift ontwikkelen, qua tekenen. Het was een kleine academie, de opleiding is inmiddels deel gaan uitmaken van ArtEZ, de academie voor Art en Design in Zwolle.
Het was een goede opleiding om mijn eigen traject te bepalen, en te zoeken waar mijn interesses lagen. Als je tekent ziet het er vaak wel leuk uit, maar meestal ben je er op uit om de kijker te behagen. Of om te goedkeuring van de leraar te krijgen. Van de docenten daar leerde ik om minder trucjes te gebruiken, maar wel te zorgen dat vorm en verhoudingen met elkaar kloppen.’’
Laatst vertelde je dat je het buurthuis in de Harmenjanswijk bent binnengestapt… Hoe ging dat in zijn werk?
,,Ik ben projectmedewerker bij kunstcentrum Nieuwe Vide en wil daar graag mensen bij betrekken. Op een gegeven moment ben ik gewoon dat buurthuis binnengestapt en ben eens gaan babbelen. Ik merkte dat die mensen het leuk vonden dat er vlakbij zoiets als Nieuwe Vide bestaat, en ze vroegen me zelfs of ze een rondleiding konden krijgen! Om de week hebben we de SoepHoek, waar mensen uit de buurt op woensdag om 13 uur een soepje met brood kunnen krijgen voor een kleine donatie van euro 1,50. Kunst is bedoeld voor iedereen, en het is leuk om daar allerlei mensen bij te betrekken, dus ook de buurtgenoten of de mensen die in De Koepel verblijven.’’
Tot slot, van welke muziek hou je zoal?
,,Ik heb een strip gemaakt van het nummer ‘Rats’ van Sonic Youth, waarvan de tekst is geschreven door Lee Ranaldo. Die strip is te zien op de tentoonstelling in Beverwijk. In Dokkum ging ik regelmatig naar de bibliotheek, waar ze gebundelde jaargangen van muziektijdschrift Oor hadden liggen. Die spitte ik dan uit en maakte een lijst van de namen die in de recensies voorbij kwamen. Ik hield toen al van hiphop, van Public Enemy, Ice-T en Ice Cube. Maar ik heb een brede smaak, ik hou ook van industrial music of metal. Namen die me verder te binnen schieten zijn Ministry, Godflesh, The Swans, Lydia Lunch. En Sonic Youth dus.’’
INTERVIEW EN VITRINEFOTO KUNST: PAUL LIPS
FOTOGRAFIE: REMCO VAN DER KRUIS
Tentoonstelling Ytje Veenstra bij Kek, bovenzaal Kennemer Theater, Kerkplein, Beverwijk, van 14 juni t/m 29 augustus 2016. Maandag 13.30-21.30 uur
Dinsdag t/m vrijdag 11:00 – 21:30uur
Zaterdag 11:00 – 15:00 uur
Werk van Ytje Veenstra hangt ook tot 29 augustus in de Philharmonie, Lange Begijnestraat, Haarlem in het kader van VIP: (Vishal-kunstenaars in de Philharmonie).
[sgmb id=”1″]
0 reacties