De ijzingwekkende angsten, onderlinge spanningen en glorende hoop die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog manifesteerden in het Achterhuis in het pand Prinsengracht 263 te Amsterdam worden theatraal verbeeld in de voorstelling ‘Nummer 9 in het Achterhuis…‘. Op vrijdagavond 3 mei, zaterdagmiddag- en zaterdagavond 4 mei is deze voorstelling te zien in de grote zaal van Schuur Haarlem. Spaarnestroom ging alvast kijken bij een repetitie van de Haarlemse TheMa’s (Haarlemse TheaterMakers).
door Paul Lips
(uitgelichte foto: Maria Schuiten als Bep Voskuijl)
Het is het verhaal van Anne Frank (1929-1945) en haar huisgenoten, mensen die – veroordeeld tot elkaar – maar liefst 761 dagen in die veel te krappe ruimte aan de Prinsengracht moeten doorbrengen. Op kousenvoeten en fluisterend, met hoop op een spoedig einde van de oorlog en de onderdrukking.
“In onze versie wordt het verhaal verteld vanuit het perspectief van Bep Voskuijl, met wie Anne een bijzondere band had”, legt acteur/producent Geoffrey Courchaine uit. “Toen het plan om onder te duiken in 1942 vorm kreeg, heeft de vader van Bep, Johan Voskuijl, die boekenkast getimmerd die de afscheiding vormde van het vóór- naar het achterhuis. Wij als Haarlemse TheaterMakers hebben dit stuk al een keer eerder met succes op de planken van de stadsschouwburg gebracht, toen onder de titel ‘Prinsengracht 263’. Het is een raamvertelling, met drie decorgedeelten: het kantoor, het Achterhuis én het museum. Met achter elk decorstuk projecties van gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, zoals bijvoorbeeld de Kristallnacht. Frido de Ligt verzorgt de geluidseffecten. Thomas Scholz is verantwoordelijk voor projectie en montage en Maria Eldering speelt vioolfragmenten tussen de scènes.
Of tegelijk producent zijn van dit stuk en acteren goed kan samengaan? Nou, soms sta ik te spelen tijdens de repetitie en dan zie ik vanuit mijn ooghoek dat er een detail niet klopt… Dan mompel ik ‘aaaaaaaaargh’, haha. Bijvoorbeeld het spel Scrabble. Dat bestond tijdens de oorlog nog niet onder die naam, wel een voorloper ervan. Dat soort dingen. Het moet kloppen.”
In het gebouwtje van de scouting aan de Verspronckweg is er absoluut geen reden voor paniek, want de tekstbeheersing is uitstekend in orde. Regisseur Marijke Kots heeft voorafgaand aan de repetitie speciaal jodensterren geknipt die later op de jassen zullen worden bevestigd. Ze laat de acteurs zich opwarmen. “Graag allemaal even gaan staan. Sluit je ogen. Ga nu langzaam naar jouw personage. Leef je in. Ze jezelf in het Achterhuis. Wat ga ik daar doen, waarom ben ik daar. Waarom gebeurt dat allemaal. Blijf nu in deze energie.”
Eerst zien we de ‘oude’ Otto Frank (Daan Harmse) in gesprek met de ‘oude’ Miep Gies (Joke van Muiswinkel). “Anne zou nu 31 jaar zijn”, merkt Otto op. Het is dan 1960, het dagboek is over de hele wereld bekend, de Anne Frank Stichting bestaat en museum Het Achterhuis is geopend in het pand waar het oorspronkelijke bedrijf Opekta (in jamproducten) van Otto Frank ooit was gevestigd.
Vervolgens verschuift het beeld naar het kantoor van Opekta en zitten we midden in de dreiging van de oorlog. Daar verschijnt ene juffrouw Santrouschitz (Annelies de Blaauw) ten tonele. Zij blijkt Miep te zijn en is op dat moment nog niet getrouwd met Jan Gies (Frank Jacobs). Miep, die later zo’n belangrijke rol als helpster Miep Gies zal vervullen om de onderduikers van voedsel te voorzien. Miep is van Oostenrijkse afkomst en komt te werken bij Opekta. We zien meer medewerkers met elkaar in gesprek op het kantoor, waarbij blijkt dat Otto Frank naast Opekta over nóg een bedrijf beschikt, gespecialiseerd in specerijen. Beide bedrijven worden gecentraliseerd op het adres Prinsengracht 263.
Op kantoor blijkt gaandeweg dat de werknemers tijdens onderlinge gesprekken in de veronderstelling te zijn dat ‘meneer Frank’ met zijn gezin naar het neutrale Zwitserland is uitgeweken. Ook in het dagboek van Anne is te lezen dat zij aanvankelijk denkt dat het gezin gaat onderduiken op het platteland. Otto Frank ziet zich genoodzaakt een beslissing te nemen in 1942, omdat het inmiddels voor joden verboden is een bedrijf te leiden.
Daar in dat pand, Prinsengracht 263 – op steenworp afstand van de Westertoren – legt de jonge Otto Frank (Robert Bos) aan zijn gezin uit wat de regels zijn van de onderduik: overdags geen geluid – in elk geval op werkdagen tussen half negen ’s ochtends en half zes ’s middags -, geen geluid van het doortrekken van de wc enzovoort.
De voorstelling is geschreven door Marijke Kots, die zich baseerde op twee boeken: ‘Herinneringen aan Anne Frank’ van Miep Gies (uit 1993) en ‘Bep Voskuijl, het zwijgen voorbij’ van Joop van Wijk-Voskuijl (uit 2015). In de voorstelling zien we hoe de vriendschap tussen Anne (Vera van Kessel) en Bep Voskuijl (Maria Schuiten) groeit. Bij Bep – die regelmatig mee at in het Achterhuis – kon Anne haar verhaal kwijt. Bep begreep hoe het moest zijn voor een jonge meid om opgesloten te zitten tussen ouderen van wie ze het idee had dat ze haar vaak niet begrepen.
Langzaam bouwen angst en spanningen zich steeds meer op in het verhaal. De onderlinge irritaties, de angst voor een inval, de constante dreiging. Zo nu en dan mag er ook worden gelachen of op bescheiden wijze worden gefeest, zoals tijdens een verjaardag van een van de onderduikers.
“Het is een hele leuke groep acteurs die ik zelf heb mogen uitkiezen”, zegt regisseur Marijke Kots over haar team. “Een aantal speelden in 2018 ook al mee in de voorstelling ‘De dertiende rij‘, ter gelegenheid van 100 Jaar Stadsschouwburg Haarlem. Daarnaast werd ik benaderd door Joop van Wijk-Voskuijl, de zoon van Bep Voskuijl. Hij heeft mij heel erg geholpen om het verhaal kloppend te krijgen, met al die details. Bep Voskuijl was tien jaar ouder dan Anne, maar het klikte tussen hen en Anne kon haar dingen toevertrouwen die zij met haar eigen moeder Edith niet kon delen. Nu krijgt langzaam alles vorm. Het keukentje is klaar, als onderdeel van het decor. Woensdag hebben we een eerst nog een besloten voorstelling en vrijdagavond, zaterdagmiddag en zaterdagavond is ‘Nummer 9 in het Achterhuis…‘ dan te zien in de grote zaal van de Schuur. Anne heeft haar dagboek indertijd herschreven op losse vellen. Bep Voskuijl heeft al die losse vellen voor de eeuwigheid gered. Het heeft dat belangwekkende boek opgeleverd waar wij in dit huidige tijdsgewricht qua menselijke waarden heel veel van kunnen leren.”
‘Nummer 9 in het Achterhuis…’ met Annelies de Blaauw, Bram van Leen, Daan Harmse, Eline Wielinga, Eric van Katswaarde, Frank Jacobs, Frithjof Hosselet, Geoffrey Courchaine, Hilde Couperus, Joke van Muiswinkel, Leo van Kessel, Lida Courchaine, Maria Schuiten, Mary van der Peet, Michiel de Lugt, Paul van Sprang, Robert Bos en Vera van Kessel. Regie: Marijke Kots. Gespeelde intermezzi: Maria Eldering. Muziek: Frido de Ligt. Beeld & effecten: Thomas Scholz. Te zien vrijdag 3 mei (20.30 uur – laatste kaarten), zaterdag 4 mei (15.00 u en 20.30 uur) in Schuur, Lange Begijnestraat 9, Haarlem.
Nummer 9 in het Achterhuis… | Schuur
Haarlemse Theatermakers | Stichting TheMa’s – Wervelend theaterstuk in de Toneelschuur
Ik ben blij dat ik deel uit maak van deze groep al is het achter de schermen voor de kleding en het haar
Het voelt als een prettig familiair gezelschap
Goed verhaal, nodigt erg uit om te gaan kijken